Just be you, nobody is perfect but all you need is love and a little bit of magic 

De wijsheid van de uil: achter je eigen stuur zitten & een stap vooruit 


Het was een mooie lentedag. De zon scheen volop en Sophie zag geen wolken.
Ze wilde weer eens een stukje gaan rijden. Zou ze voor een Ferrari of voor een Mustang gaan? De ene had snelheid en de ander het comfort van een open dak, uiteraard. Ze koos voor de Mustang.


Na een tijdje rijden zag ze de uil ineens weer. Het leek alsof hij haar iets wilde zeggen. Ze minderde vaart en stopte bij een parkeerplaats.
De uil vloog precies naar de lege plek naast haar.
‘Hallo, vriend!’ zei ze tegen de uil. ‘Je komt als geroepen. Ik wil wat tegen je zeggen en je iets vragen: ik heb een hoop gedaan om de angst aan te kijken en hem als een vriend te benaderen, om te vragen wat hij nou wil, maar soms weet ik het antwoord niet zo goed.
Ik wil mij ervoor openstellen, maar soms ben ik bang dat de angst mij opeet en mij wil vervangen.’
Even werd het heel stil in de auto, alsof Sophie een antwoord van de uil verwachtte. Die kreeg ze ook, doordat de uil zijn eigen geluid liet horen.
Het leek wel alsof hij om het waarom vroeg.
‘Ja, waarom? Ik weet dat ik een leuke vrouw ben met verhalen zat, maar waarom hou ik mijzelf dan nog steeds zo tegen?
Ik doe mijn best om mijzelf en anderen te vergeven. Maar telkens raak ik verstrikt in mijn eigen hoofd.’
De uil gaf weer hetzelfde geluid.
‘Hmm… waarom? Ik wil zeggen dat mijn hoofd een fijne plek is, maar soms is dat het niet.
Het zou heel fijn zijn als ik het mij eigen kan maken met symbolen die voor mijzelf staan.’
‘Kan ik mijn oude verhaal mededogen en liefde geven? Zou het veranderen als het nog meer gezien mag worden?’
De uil leek een beetje te knikken.
‘Waarom mochten mijn oude delen niet gezien worden? Omdat ik bang was dat ik anderen zou kwetsen met mijn eigen schaduwkanten, denk ik. Maar het zijn ook delen die wat te zeggen hebben en die er mogen zijn.
Een mens heeft nou eenmaal emoties, en als ik sommige delen niet mag hebben, dan ontneem ik een stukje menselijkheid van mijzelf.
Het kwam meer omdat ik mijzelf ervoor strafte en ik niet goed begreep waarom ik op een gekke manier liet merken dat dat niet mocht. Want ik weet: als ik het niet van mijzelf mag, dan wordt de kans groter dat ik het toch doe.
Maar weet je, uil? Ik wil vooral mijn eigen verhaal schrijven. Ik wil stoppen met rondjes draaien om mijn as heen en vertrouwen dat ik weet hoe het zit.
En ik wil vooral heel graag dat er een einde komt aan de angst, dat ik mijzelf mag zijn en dat ik niet steeds het gevoel heb dat mensen boos op mij zijn.
Dat ik gewoon denk: verwacht het beste en nooit het ergste. Maar ik blijf een beetje onzeker over hoe ik iets moet interpreteren.
Ik weet dat ik dan up- en downchunken kan gebruiken.
Als ik de angst hierin meeneem als een vriend, dan hoef ik eigenlijk ook nooit meer bang te zijn.

Weet je, uil? Ik wil zo graag geliefd zijn, dat mensen mij mogen, en dat er geen zeemeeuwen overvliegen die een pet willen stelen.’
De uil liet weer zijn geluid horen.
‘Ja, zit dat mij zo dwars? Terwijl ik eigenlijk weet dat ik het zelf ben.
Het is eerlijk gezegd een beetje gek. En bananen... een woord laten geven alsof het zoveel betekenis heeft. Het is fruit.’
De uil liet weer een geluid horen.
‘Ja, ik weet het. Het staat voor mij voor oude herinneringen die mij ooit pijn hebben gedaan.
Ik geef het al liefde, maar de stilte en angst blijven soms nog.
Waarom? Omdat het lijkt alsof ik er steeds maar op blijf reageren.
Ik wil het een positieve betekenis voor mijzelf geven.
Eentje zonder het idee te hebben dat ik teleurgesteld ben in mijzelf of negatief over mijzelf denk.
Want uiteindelijk weet en ben ik alles. Uiteindelijk wil ik vooruit komen. 

Ik vind juist dat ze het goed doen, uil!
Dat ik het goed doe! Dat ik trots op mijzelf ben.
En als ik vrienden dan laat horen over de beste band en de mooiste liedjes, dan vinden ze dat erg leuk en worden ze enthousiast.
Het is vooral de boosheid die ik vrees – zowel naar mijzelf toe als naar de ander.
Ik wil geen boosheid hebben en ik wil nooit boos op iemand zijn of worden.
Maar ik weet ook: als ik kinderen wil, dan ontkom ik daar niet altijd aan.
Ik weet wel dat ik mijn emoties daarin kan reguleren.
Als ik ergens nog boosheid voel, dan kan ik kijken wat ik voor mijzelf kan doen en het reguleren.’
De uil knikte opnieuw. Alsof hij wilde zeggen: Trots op jou, dat doe je goed! Mooie ingeving!
‘Maar of ik echt boos ben? Hmm…
Ik kijk nu vooral naar wat ik voor mijzelf kan doen als ik toch ergens het idee heb dat het opkomt.
Ik snap namelijk beide kanten heel goed.
Misschien is dat wel het juiste antwoord hierin: begrijpen en snappen dat ik er iets mee mag doen, zonder dat ik het hoef af te reageren.
Als ik het begrip en compassie geef, dan voelt het veel minder zwaar.
Bedankt, lieve uil!’
De uil vloog weer weg.


Dit keer wist Sophie dat ze eindelijk haar antwoord had gevonden en daarmee een stap vooruit was gekomen.
Ze reed naar huis met een voldaan gevoel.


En haar Ferrari? Die stond te wachten tot er een keer een mooi ritje mee werd gereden –
dit keer zonder zeemeeuwen, want zij wist wel dat ze een prijs was.
Eentje van onschatbare waarde.
Iets wat ze nooit meer in geld hoefde uit te drukken, maar in haar binnenste voelde.